De trilzwammen zijn 1 tot 5 centimeter breed. Ze zijn als ze jong zijn goudgeel of zelfs oranje, later worden ze bleker. De gelei-achtige vruchtlichamen zijn gelobd en vaak ook geplooid. Ze lijken soms wel wat op hersenen. In de trilzwam ontstaan sporen, ze zijn wit van kleur. Soms ziet de zwam er bepoederd uit van de sporen.
Vaak parasiteren deze zwammen op andere paddenstoelen en wel 0p de schimmeldraden van schorszwammen die in het dode hout leven. Daarnaast leeft de schimmel ook van het dode loofhout waar hij op groeit.
Fototips
☻ Van dichtbij kun je mooi de glibberige structuur in beeld brengen.
☻ Het is de moeite waard de trilzwam in zijn omgeving te fotograferen om het contrast van de gele zwam tussen de kale takken te tonen.
☻ Pas op met ongewenste schitteringen (bijvoorbeeld door flitslicht of zonlicht), de glimmende trilzwam krijgt gemakkelijk overbelichte stukken.
☻ Ook opgepast met geel: het kan snel dichtlopen. Iets onderbelichten kan helpen de fijne tekening in het geel te behouden.
☻Maak gebruik van tegenlicht of strijklicht, het gewelfde en doorschijnende vruchtvlees leent zich daar heel goed voor
(Bron: Natuurfotografie)